In 1943 pleegde een kunstenaarsverzetsgroep een overval op
het bevolkingsregister in Amsterdam. De groep stond onder
leiding van ene Willem Smit, achter wie de kunstenaar Willem
Arondéus schuil bleek te gaan. Op de mensen die Arondéus kenden,
moet het een vreemde indruk hebben gemaakt. Die nichterige,
klagerige man die opeens een verzetsheld bleek te zijn. Vanwege
zijn openlijke homoseksualiteit besteedden de naoorlogse
autoriteiten ook maar liever niet teveel aandacht aan hem, aldus
Rudi van Dantzig in zijn nieuwste boek Het leven van Willem
Arondéus.
Voor het schrijven van deze biografie baseert Rudi van
Dantzig zich op de dagboeken die Willem Arondéus naliet, en op
brieven die hij aan zijn vrienden schreef. Per hoofdstuk geeft
Van Dantzig kort aan waar Arondéus op dat moment in zijn leven
mee bezig was, om dat vervolgens met dagboek- en brieffragmenten
te illustreren. Je wordt zo aan de hand van de biograaf diep het
leven van Arondéus ingevoerd.
Rudi van Dantzig
Rudi van Dantzig werd in 1933 geboren in
Amsterdam.Van huis uit is hij
choreograaf. En niet de minste. De
moderne dans in Nederland is mede door
hem op wereldniveau gebracht. Hij was
sinds 1955 als choreograaf verbonden aan
Het Nationale Ballet en van 1971 tot
1991 als artistiek leider. Zijn inzet en
betekenis werden in 2001 erkend toen Van
Dantzig de internationaal vermaarde Life
Achiefment Award kreeg. In 1986
verscheen zijn eerste roman; het
autobiogra-fische ‘Voor een verloren
soldaat'. Het boek deed nogal wat stof
opwaaien. Van Dantzig beschrijft daarin
namelijk hoe hij als 12-jarig jongetje
aan het eind van de oorlog een
liefdesrelatie krijgt met een Canadese
soldaat. Voor zijn eersteling kreeg hij
zowel de Geert-Jan Lubberhuizenprijs als
het Gouden Ezelsoor. Daarna verschenen
van hem ‘Noerejev. Het spoor van een
komeet', de verhalenbundel ‘Afgrond', de
novelle ‘De bruid staat rechts van U' en
de toneeltekst ‘Toen gij naakt en bloot
waart'. |
|
|
Kunstschilder Willem Arondéus was altijd al een buitenbeentje.
Op twintigjarige leeftijd, in 1914, kwam hij al openlijk uit
voor zijn homoseksualiteit. In die tijd was dat zelfs in de
kunstenaarskringen waarin hij verkeerde voor velen een flinke
stap te ver. En hij maakte het zichzelf ook nog eens moeilijker
door te kiezen voor een schilderstijl die eigenlijk al
achterhaald was.
Klagerig
Arondéus heeft jarenlang erg veel moeite gehad het hoofd
boven water te houden. Voortdurende geldzorgen maakten dat hij
steeds maar weer bij zijn beter gesitueerde vrienden aanklopte
voor ondersteuning. Ook op het gebied van de liefde verloopt
Arondéus' leven maar moeizaam. Als hij alleen is, verlangt hij
naar een relatie, maar als hij die heeft, voelt hij zich beknot.
Uit zijn dagboek en zijn brieven ontstaat een beeld van een
verwende, klagerige man die weinig doet om zelf zijn positie te
verbeteren. Van Dantzig lijkt weinig moeite te doen dat
onsympathieke beeld bij te stellen.
Oorlog
Des te verrassender is de omslag van Arondéus na de inval
van de Duitsers. De jaren ervoor begon hij eindelijk een beetje
naam –en geld- te maken, vooral als schrijver van kunstboeken.
Na mei 1940 is niemand
meer
geïnteresseerd in zijn werk, en ook de relatie met zijn vriend
loopt op de klippen. Je verwacht dat Arondéus weer zijn
klagerige toon zal opzetten. Maar dit keer wordt hij kwaad. Het
is een woede die hij in eerste instantie uit in zogeheten
Brandaris-brieven; illegale pamfletten waarin hij kunstenaars
oproept het nazibewind te saboteren. Door die brieven komt hij
in contact met een kunstenaarsverzetsgroep waar ook Frieda
Bellinfante, Gerrit van der Veen en Willem Sandberg deel van
uitmaken. Arondéus neemt de schuilnaam Smit aan en gebruikt zijn
tekentalent om persoonsbewijzen te vervalsen.
Passen vervalsen
De verzetsgroep weet duizenden passen te vervalsen. Maar bij
twijfel kan de politie of de Duitse Wehrmacht vrij gemakkelijk
achterhalen of de pas echt is. Er hoort namelijk bij elke pas
een duplicaat, die wordt bewaard in het bevolkingsregister. Om
dat controleren onmogelijk te maken, wordt besloten het
bevolkingsregister te overvallen, de persoonsbewijzen te
verbranden en het gebouw te laten exploderen. Arondéus geeft
leiding aan de groep die de overval pleegt.
In de avond van 27 maart 1943 vallen ze binnen.
Persoonsbewijzen worden op grote hopen gegooid en in brand
gestoken, waarna het gebouw met springstof zwaar wordt
beschadigd. De impact is groot; heel Amsterdam heeft het erover.
Toch blijft de schade door ingrijpen van de brandweer en hard
werkende ambtenaren beperkt. Binnen een paar weken is de
registratie weer op orde.
Opgepakt
Vrijwel de hele groep wordt opgepakt. Ook Willem Arondéus.
In het schijnproces dat volgt, probeert hij alle
verantwoordelijkheid op zich te nemen. Hij wil zo de anderen
zoveel mogelijk uit de wind te houden. Het levert hem veel
respect op, ook van de nazi's, maar het mag niet baten.
Uiteindelijk wordt Arondéus met een groot deel van de groep ter
dood veroordeeld.
Het leven van Willen Arondéus 1890-1943.
Een documentaire.
Door: Rudi van Dantzig
Uitgeverij De Arbeiderspers
ISBN: 90.29.51.4035
Euro: 24,90
© Radio Nederland Wereldomroep, all rights
reserved