De springstofaanslag op het bevolkingsregister te Amsterdam

27 maart 1943.

Twaalf doodvonnissen voltrokken Nederlandse vlag halfstok, foto Plekker

De Höhere SS-und Polizeiführer maakt bekend:

Het SS-und Polizeigericht te Den Haag heeft, na behandeling van de rechtzaak tegen hen, de volgende personen ter dood veroordeeld. De vonnissen zijn heden met den kogel voltrokken.

  1. De kunstschilder en schrijver, Willem J.C. Arondeus uit Amsterdam, geboren 22 Augsutus 1894.
  2. Rudolf Bloemgarten uit Amsterdam, geb. 7 Mei 1920.
  3. De vroegere student in de medicijnen Karl B.R.P. Groeger uit Amsterdam, geb. 7 Februari 1918.
  4. De vroegere student in de medicijnen Coos Hartogh uit Amsterdam, gebr. 10 April 1917.
  5. De rijksambtenaar E. Samuel A. van Musschenbroek uit Amsterdam, geb. 25 Augustus 1916.
  6. De kantoorbediende Guus A.C.J. Reitsma uit Oegstgeest, geb. 26 Juli 1922.
  7. De magazijnbediende Henri Halberstadt uit Amsterdam, geb. 10 Febr. 1911.
  8.  De schrijver dr. Johannes Brouwer uit Utrecht, geb. 31 Mei 1898.
  9. De architect Koenraad Limperg uit Amsterdam, gebr. 19 Juli 1908.
  10. De kleermaker Sjoerd Bakker uit Amsterdam, geb. 10 Juni 1915.
  11. De leider van een distributiedienst Cornelis Leendert Barentsen uit Voorburg, geb. 1 October 1892.
  12. De politieagent Cornelis Roos uit Amsterdam, geb. 13 September 1912.

De eveneens ter dood veroordeelden Corn. Adriaan Honig, arts, uit Hilversum en Willem Beck, arts uit Utrecht werden begenadigd tot 15 jaar tuchthuis.
De ongehuwde Johanna Scholten uit Naarden is tot levenslang tuchthuisstraf veroordeeld.

De veroordeelden waren, met nog zeven personen, betrokken bij den springstofaanslag op het Bevolkingsregister te Amsterdam in den avond van 27 Maart 1943. De daders en deelnemers hebben zich op 18 Juni 1943 en 26 Juni 1943 in Amsterdam moeten verantwoorden voor het SS- und Polizeigericht X, Den Haag. Bij de behandeling voor het gerecht bleek, dat de daders, van wien zes zich bij de uitvoering van den aanslag hadden verkleed in de uniformen van Nederlandsche ambtenaren van politie, door een der daders, een jood, in contact waren gekomen met de leiding van de illegale communistische partij in Nederland. De leiding van de terroristenbende stond bovendien in nauw contact met kunstenaars- en studentenkringen, waartoe verscheidene der daders behoorden. Het contact van Nederlandsche studenten en academisch gevormde Nederlanders met de illegale communisten ter voorbereiding en uitvoering van den aanslag van 27 Maart 1943 is daarmede ondubbelzinnig bewezen. Nog vijf daders waren half jood of hadden joodsch bloed. Twee der voornaamste daders waren homosexueel.

De in leidenden zin bij den aanslag betrokken jood bleek bovendien op 2 Februari 1943 getracht te hebben een revolveraanslag te plegen op den procureur-generaal in Amsterdam, waarbij de zoon van den procureur-generaal, de advocaat Feitsma, door een schot zwaar gewond werd. De jood bekende verder na 2 Februari 1943 in Garderen een ambtenaar der marechaussee, die hem wilde controleren, met zes pistoolschoten doodelijk te hebben gewond. Dezelfde jood had op 15 Maart 1943 met nog twee leden van deze kring van daders, beiden halfjoden, den springstofaanslag op het spoorwegtraject Amsterdam-Haarlem ten uitvoer gelegd. Bij de behandeling voor het gerecht bleek, dat deze aanslag, evenals de terzelfder tijd uitgevoerde aanslagen op de spoorweginstallaties bij Sloterdijk, gemeente Amsterdam, Diemen, Bussum, Hilversum, Baarn en Nieuwersluis ten uitvoer zijn gelegd op instructie van de illegale communistische partij in Nederland. Tenslotte had de jood tezamen met nog drie leden van dezen kring van daders, allen halfjoden, een opruiingsgeschrift uitgegeven en verspreid. Hierin werd opgeroepen tot sabotage-acties en weden nauwkeurige aanwijzingen gegeven voor de vervaardiging van bommen.

Op grond van de verordening tot bescherming der orde van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied dd. 9 Januari 1943 werden derhalve 114 beklaagden ter dood, een vrouwelijke beklaagde tpt ;levenslang tuchthuisstraf en nog 6 beklaagden tpt vrij langdurige vrijheidstraffen veroordeeld, terwijl een beklaagde werd vrijgesproken. Een beklaagde werd ter door veroordeeld omdat hij twee bij den aanslag op het bevolkingsregister betrokken daders, onder wij zich de aanvoerder der bende bevond, in den nacht van 27 op 28 Maart 1943, nadat zij hem den gepleegden aanslag hadden medegedeeld, onderdag verschaft heeft en hun ook overignes heeft bijgestaan, terwijl hij bovendien de hem bekende deelnemers aan den aanslag op het bevolkingsregister niet heeft aangegeven bij de bevoegde politieoverheid. Tegen een der beklaagden is de doodstraf uitgesproken omdat hij als ambtenaar van politie den bij den aanslag op het bevolkingsregister betrokken personen, na de daad, de politieberichten betreffende den aanslag heeft doen toekomen, voorts omdat hij kennis had gekregen van de poging tot moord op advocaat Feitsma van den joodsche dader en daarvan geen aangifte heeft gedaan bij de politie. Een ter dood veroordeelde beklaagde had een pistool in zijn bezit en dit ter beschikking gesteld van een der bij den aanslag op het bevolkingsregister betrokken daders.

 (Een ontvangen krantenartikel, naam van de krant onbekend en de datum moet zijn 1 Juli 1943.)

 
terug naar homepage Eerebegraafplaats naar namenlijst verzetsstrijders
naar foto's Eerebegraafplaats naar vindplaatsen Kennemerduinen


Webmaster GP