Ferdi van der Ham (geb. 20 november 1916 -
gefusilleerd 16 mei 1944)
Enkele herinneringen aan Ferdi van der Ham
Fer was een vriend van mijn oudste broer.
Iedereen had zijn radio in moeten leveren, mijn broer had een oud beesie
opgeknapt, met een radiolamp die hoog boven de kast uitstak (maar het speelde
wel) en het ding ingeleverd. Onze echte radio konden we aanzetten door in de
huiskamer een kast te openen, alle spullen van de laagste plank af te halen, het
zeiltje weg te halen, het luikje te openen, op je buik de kist eronder te openen
en dan kon je aan de knoppen komen. “We vertellen het aan niemand hoor!” Kwart
voor twee Radio Londen (of heette het toen Radio Oranje?). Ach, die vriend is
wel te vertrouwen, en die ook, en die ook. Zo fietsten bijna iedere dag een
aantal mensen tien over half twee onze tuin in, om tien over twee weer weg te
gaan… Fer was er dikwijls bij.
Voor jongeren was er weinig te doen in de oorlog. Naar een film ging je niet:
gecensureerd! Ook niet naar toneel: de acteurs hadden moeten ‘tekenen’. Ons
vertier was toen: de paardenrennen in Hilversum. Ik zal zo 17/18 jaar geweest
zijn, toen Fer me een keer uitnodigde met hem naar de paardenrennen te gaan. De
trein terug naar Utrecht had vertraging, we konden de aansluitende trein naar
Bilthoven niet halen. De stationschef gaf ons een briefje hierover mee, Fer had
zijn fiets op station Utrecht staan en met mij achterop gingen we op weg. “Ben
je niet bang aangehouden te worden?” “Nee hoor, voel maar in mijn
rechterzak” – Ik voelde een revolver en schrok me lam!!! (Maar ik wist dat hij
in het verzet zat.) Onderweg werden we aangehouden, gelukkig door een (goede)
politieagent. Mee naar het bureau in de Bilt, waar hij station Utrecht belde om
te horen of het briefje echt was. Na een bevestiging zei hij: “Ik rijd wel met
jullie mee naar huis, dan worden jullie onderweg niet wéér lastiggevallen.”
Fer woonde nog bij zijn moeder in Bilthoven. Omdat hij voor verzetswerk vaak na
spertijd weg moest, logeerde hij dikwijls bij ons. Een avond komt hij al vroeg
terug, zeer verward, ik had hem nog nooit zo gezien. “De boel is verraden, de
Duitsers stonden ons op te wachten, ik hoop dat ieder veilig thuis gekomen is.”
En een paar dagen later: “Er zit verraad in onze groep. Enkele mensen zijn
opgepakt. We mogen geen hulp vragen aan andere groepen, want dan zou het verraad
door kunnen sijpelen.” En even later: “Ach, je weet niet hoe het gegaan is.
Misschien is iemand wel bedreigd dat zijn familie doodgeschoten wordt en heeft
hij daarom gepraat. Mag je het hem dan aanrekenen?” Die grootheid van geest ben
ik nooit vergeten.
“Fer, ik wil ook meedoen in het verzet.” “Nee, geen sprake van, je bent veel te
spontaan en impulsief en zou daardoor een gevaar kunnen zijn.” Discussie
gesloten! Na de oorlog hoorde ik dat meerdere meisjes van mijn leeftijd wel in
het verzet gewerkt hebben…
Mei 1944. Fer komt een avond niet terug. We zijn bang, hopen nog dat hij ergens
ondergedoken zit. Geruchten: Fer is opgepakt, angst, we wisten niet hoe en wat.
Een nieuw gerucht: Fer is ontsnapt, hoop, hij zal het wel redden! Afwachten,
bang zijn, hoopvol zijn. Een dag later: overal zijn papieren opgehangen met
namen van mensen die die dag gefusilleerd zijn, Fer’s naam staat er bij. Kapot
waren we er van. Ik ga naar de pastoor: “Wilt u het aan zijn moeder gaan
vertellen, ik durf niet.” De volgende dag is er een onofficiële requiemmis in
onze kerk, ik weet niet meer of er veel mensen waren, maar wel herinner ik me
hoe de organist improviserend het Wilhelmus speelde. (De rillingen lopen weer
over mijn rug nu ik het opschrijf. Na de oorlog hoorden we dat Ferdi toen nog
leefde, hij was pas twee dagen later gefusilleerd...)
Dinsdag 27 november 1945
Een
lange stoet mensen loopt van de Bavo-kerk in Haarlem naar de nieuwe
begraafplaats voor verzetsstrijders in Bloemendaal-Overveen. Samen met zijn
vriendin Nettie ben ik gevraagd mee te lopen voor Fer. Ik kan me er niet zoveel
van herinneren, alleen nog het verdriet en de verontwaardiging voelen dat een
jong veelbelovend leven zo vroeg afgebroken was. Zou ik daaraan overgehouden
hebben mijn verontwaardiging tegen onrecht, mijn verlangen om te protesteren
tegen kernwapens die onschuldigen doden en verminken, om Amnesty brieven te
schrijven, om nu ik op mijn 83e niet meer lijfelijk actie voer, op internet mee
te doen aan handtekeningen acties tegen onrecht?
Joke/Chris de Leeuw
- - - - - - - - - - - - - -
Een wilde bloem "Geschiedenis van een Verzetsvrouw en haar gezin - Zus
Boerma-Derksen, verzetsvrouw van het eerste uur", door Hiepke Boerma. (+
november 2003)
Dit boekje is mij toegezonden omdat Zus Boerma-Derksen
(Sophia Hendrika Francisca Maria Derksen * 10 december 1911 te Den Haag - +
oktober 1998 Bilthoven) heeft samengewerkt met Ferdi van der Ham.
Ook over Ferdi van der Ham is geschreven in dit
boekje. Ferdi van der Ham was zoon van een houthandelaar in Bilthoven. Hij
had een zeilboot, maakte radio's en speelde klarinet in een jazzorkest. Als
sergeant van het Nederlandse leger was hij op 10 mei 1940 met verlof thuis. Na
de demobilisatie werd hij ambtenaar van de Burgerlijke Stand te De Bilt. Hier
begon zijn verzetswerk door het laten verdwijnen van papieren en het maken van
valse papieren. Toen heeft hij ook zijn eigen naam uit het bestand
verwijderd. Als verzetsman gebruikte hij de pseudoniemen Ferdinand Dubois
en Fred van der Werf.
In 1943 en 1944 hebben Ferdi van der Ham en Zus
Boerma enkele Gestapo-agenten neergeschoten. Zeer waarschijnlijk was hij ook
betrokken bij de mislukte liquidatie van WA-hopman Alb. Nijland (de bloedhond
van het Gooi, die ondergedoken joden trachtte op te sporen en te laten
arresteren). Twee dagen later werd bij een Silbertanne-actie (geheime sluipmoord
als represaille) de buurman, journalist/schrijver A.M. de Jong aan de voordeur
van zijn huis aan de Prof. van Reeslaan 12 te Blaricum doodgeschoten.
Begin 1944 was Ferdi van der Ham betrokken bij een
geplande overval op de gevangenis aan de Weteringschans. Voor hij vertrok
bezocht hij Zus Boerma en kreeg hij van haar een revolver. Op het station in
Utrecht was Duitse controle. Ferdi probeerde weg te komen, schoot eerst op de
Duitsers en verwondde een van hen. Hij vluchtte uit het station achtervolgt door
Duitsers. Op straat smeed een Nederlander zijn fiets voor Ferdinand waardoor hij
kwam te vallen. Hij werd geraakt door een kogel in zijn dijbeen. Na korte
gevangenschap in het Oranjehotel te Scheveningen en het Huis van Bewaring te
Amsterdam, werd hij op 15 mei 1944 door een Polizeistandgericht ter dood
veroordeeld en naar Overveen gebracht en gefusilleerd.
Zus
Boerma-Derksen heeft voor haar verzetswerk en hulp aan Joodse mensen en kinderen
op 31 juli 1978 de Yad Vashem onderscheiding ontvangen en
op 15 september 1981 ontving zij het Verzetsherdenkingskruis.
Foto's en tekst zijn overgenomen uit het boekje
"Een Wilde bloem" - Met dank aan Jan Derk Boerma
Webmaster GP
|