Hieronder vind je het werkstuk van de achterkleinzoon van Walraven van Hall. Hij heet Jurriaan Walraven Kamps.
Walraven van Hall HOOFDSTUK 1. DE TWEEDE
WERELDOORLOG HOOFDSTUK 2. HOOFDSTUK 3. HOOFDSTUK 4. + LITERATUURLIJST + BIJLAGE
HOOFDSTUK 4.
INTERVIEW MET MIJN OMA - ATTIE VAN HALL
8. Was je vader streng?
Ook in Zaandam is een Walraven van Hallstraat.
HET VERZET IN NEDERLAND
WALRAVEN (WALLY) VAN HALL
MIJN OMA
OVER HAAR VADER
1. Hoe oud
was je toen de oorlog begon?
Ik was toen 7 jaar oud. In april was ik jarig geweest en een maand daarna begon de
oorlog.
2. Waar woonde je toen?
In Zaandam (Westzijde 42), we hadden daar een prachtige tuin
aan het water, de Zaan. Jammer genoeg is het huis nu een winkel en de
tuin een parkeerplaats.
3. Wie waren er nog meer in jullie gezin?
Mijn Vader mijn Moeder en mijn broertje Aad en
jongere zusje Mary-Ann.
4. Hoe oud waren je
ouders toen?
Mijn Vader 34 jaar en mijn Moeder 33
jaar.
5. Waar werkte je Vader toen?
Mijn Vader werkte als makelaar in effecten bij
een bank
6. Wou je Vader altijd al bankier worden?
Nee, absoluut niet, zijn hele familie werkte al bij de bank.
Hij ging
naar de zeevaartschool op Terschelling en daarna was hij stuurman op een grote
boot.
Maar hij werd afgekeurd aan zijn oog. Toen moest hij iets anders
verzinnen en toen werd hij alsnog bankier.
Ik kan me niet meer zo veel
herinneren.
Alleen nog maar dat op een keer we de tegels van de tuin moesten
verwisselen en er zaten allemaal pissebedden onder en toen durfde ik de tegels
niet op te pakken. En mijn vader zei: schiet een beetje op Attie, je kleine
broertje Aad doet het ook. Ik voelde me toen zeer beledigd. (Ik was toen
7)
9. Had je Vader leuke
familie?
Ja, een hele leuke familie. Bij mijn Vader thuis
waren ze zelfs met z'n 10en. Zijn vader en moeder hadden altijd ruzie als er
verkiezingen waren, want zijn vader was conservatief en zijn moeder heel
progressief. Maar toen ze een keer voor de oorlog naar een vergadering van de
N.S.B. gingen om te horen wat de ideeën van die partij waren, stond zijn moeder
al na een kwartier op en zei heel luid tegen haar man: "ga mee, dit is werkelijk verfoeilijk wat zij
vinden". En toen ze wegliepen zei ze tegen de mensen
die bleven zitten: "U zou hetzelfde moeten doen!"
In de familie werd veel
gepraat over wat er gebeurde in de wereld, ze reisden ook veel, en ze hadden
altijd veel plezier samen.
10. Merkte
je veel van de oorlog?
Ja, er kwamen elke dag wel
groepen Duitse soldaten langs marcheren.
En we kregen elke dag 2 boterhammen
en daar moesten we het 's ochtends en 's middags mee doen.
Een keer was ik
aan het rolschaatsen met mijn broertje en toen hoorden we heel hard suizen en
toen zagen we een meneer naar ons toe rennen en die duwde ons in een greppel. We
snapten niet waarom, maar toen vlogen de kogels ons om de oren, want Engelse
vliegtuigen waren aan het schieten op een fabriek vlakbij die voor de Duitsers
vliegtuigen maakte.
Aan het einde van de oorlog kon ik niet meer naar school
en toen moest ik na de oorlog nog naar de 7e klas.
11. Was je Vader
vaak thuis?
In de eerste helft van de oorlog vaak
wel, maar in de tweede werd hij steeds bleker en was hij er vaak niet. Mijn
moeder zei: "pappa moet heel hard werken, hij heeft het erg druk". Ik wist
helemaal niks van het verzetswerk.
12. Wist je
wat hij allemaal deed?
Nee, helemaal niets dus. Pas
een dag nadat hij was gefusilleerd heeft mijn moeder alles verteld. Dat was in
februari en in mei was de bevrijding. Toen voelde ik mij helemaal niet gelukkig,
terwijl iedereen aan het feesten was.
13.
Kwamen de Duitsers bij jullie thuis je Vader zoeken?
Het was op luilakkendag gebeurd, toen ik met mijn vriendinnen 's ochtends
op weg ging zagen we dat er een ruit naast onze deur kapot was, we dachten dat
het van het luilakken was. Maar later heb ik gehoord van mijn moeder dat midden
in de nacht de Duitsers binnen waren gekomen en de slaapkamer van mijn moeder
waren binnen gegaan. Mijn moeder had toen gezegd: "ik eis dat ik nu rustig mijn
kimono kan aantrekken". Mijn vader was er niet en er lagen nog wel papieren
die van belang waren. Toen heeft ze die onder haar kimono verstopt en toen
zei ze ik moet naar de w.c. en toen heeft ze de papieren door de w.c. geduwd. De
Duitsers konden niets en niemand vinden, maar ze zeiden wel dat ze terug zouden
komen. Ik was er gewoon doorheen geslapen.
14. Hoe had je gehoord dat je vader dood was?
Mijn moeder had het 's middags verteld nadat het gebeurd was. Zij wist
het al van te voren dat ze hem gingen doodschieten.
15. Ben je nog steeds boos op de
Duitsers?
Ik ben nog steeds een beetje boos. En ik
deed op school bij Duitse les expres niet mijn best.